De man met sigaar zette menig karpervisser te kijk.

Het juiste jaartal weet ik niet meer, maar was het eind jaren negentig dat een verwoede visser aan kwam bij de Dompekolk het prachtige water van HSV Ons Vermaak uit Kampen met zijn eenvoudige telescoop werphengels. Hij kreeg uiteindelijk de naam mee als sigarenmaker. 

Hij kwam altijd op zijn brommertje naar het water toe, veel aan attributen bracht de man niet mee, “daar heb ik geen ruimte voor liet hij weten”. eigenlijk was zijn doel om mooie vorens te vangen, want dat was zijn passie en toen in die tijd zwommen er van dit soort nog een groot aantal rond. 

De dag kan ik nog goed herinneren, het was op woensdagmiddag , de zon scheen uitbundig en was het ongeveer twintig graden en stond er een lekker briesje uit het zuidwesten over de put.

De man met de sigaar maakte zijn witvisvoertje klaar en liet weten iets nieuws te hebben gekocht. Geheimen had hij niet en liet mij weten, dat hij een potje met zeer geconcentreerde Karamelpoeder had gekocht. Even later pakte hij een theelepeltje uit zijn jas, en deed twee lepeltjes van het spul in zijn simpele witvisvoer, deed er iets water bij en roerde alles flink door elkaar, zo dit moet het doen voor vandaag. 

Inmiddels waren er zes karpervissers die al aardig wat uurtjes er op hadden zitten, waarvan de vangsten zeer matig waren verlopen. Een haakje tien, en als haakaas en een klein blokje kaas moest het gaan doen. Even later zien we een mooi oranje doppertje net boven het water uitsteken, en mikte de man een paar balletjes voer er omheen. Dat moest het dus gaan doen terwijl hij een sigaar pakte en even later de reuk van de sigaar goed te ruiken was. 

Een kleine tien minuten later zakt het doppertje onder en is het geen voorn, maar een karper die zich heeft gehaakt, en even later de eerste karper op de wal ligt. Verschillende horen we al brabbelen, die man met dat brommertje heeft er al een, terwijl ik hiervan volop mee geniet. De man doet precies het zelfde weer, en gooit weer een paar balletjes voer om zijn dobbertje heen, en warempel is er nog geen vijf minuten nodig, of het is alweer raak, en weer karper aan de haak. 

Nu staan er een aantal op en komen in een draf aanlopen, man, man waar vis je toch mee? Waarop de man nog een keer aan zijn sigaar lurkt, en zegt, gewoon kaas en een simpel voertje meer niet, ben gekomen eigenlijk om vorens te vangen maar het zijn de karpers die zin aan kaas en mijn voertje hebben. In die middag weet hij zeven karpers te vangen en zette hij alle aanwezige karpervissers te kijk. 

Rond vijf uur ruimt hij op, steekt weer een sigaar op en vertrekt met zijn brommertje huiswaarts.  Een jaar later weet hij op dezelfde manier het kunstje nog een keer te flikken en deed dit toen aan de koerskolk. Sindsdien heeft hij de naam als sigarenmaker ook gehouden en zullen we die nooit vergeten.